Commentaren bij ‘LOOKING BACK XXVII’

LOOKING BACK XXVII. 1/ O My Soul (Single Mix) (BIG STAR, cd Radio City; 1973) 2/ Fighting For My Love (Nil LARA, cd Nil Lara; 1996) 3/ Empire Falls (Chris THILE, cd Deceiver; 2004) 4/ Fly Like An Eagle (Alternate Version) (STEVE MILLER BAND, cd Welcome To The Vault, 3 cd; 2019) 5/ Fix You (BEN HARPER & SOWETO GOSPEL CHOIR FEATURING JORDAN C. BROWN; cover COLDPLAY; single 2020) 6/ Feel (BIG STAR, cd # 1 Record; 1972) 7/ Money Makes The Monkey Dance (Nil LARA) 8/ Marathon (Chuck PROPHET, cd The Land That Time Forgot; 2020) 9/ Bahia (ASSUNTA & THE LIGHT ORCHESTRA, single 2015) 10/ Beck’s Bolero (Jeff BECK, cd Jeff BECK Performing This Week… Live At Ronnie SCOTT’s, CD 1: 2015) 11/ Melody (Sharleen SPITERI, cd Melody; 2008) 12/ In The Street (BIG STAR, cd # 1 Record) 13/ Baby (Nil LARA) 14/ Oh, River (Christopher Paul STELLING, cd Itinerant Arias: 2017) 15/ California (Into The Ocean) (Chris CACAVAS, cd Bumbling Home From The Star; 2002) 16/ Take The Money And Run (Alternate Version) (STEVE MILLER BAND, cd Welcome To The Vault, 3 cd; 2019) 17/ Bleeding (Nil LARA) 18/ It’s A Beautiful Day Today (MOBY GRAPE, cd Moby Grape ’69; 1969) 19/ Angel (Footsteps) (Jeff BECK, cd Who Else!; 1999) (AL; 12 01 23)

De compilaties in de ‘LOOKING BACK never ending series’ maken gekke bokkesprongen, althans wat de nummering betreft. Door een aantal sprongen in die nummering is dit 27e volume eigenlijk het… 29e of 30e. of zelfs 31e. In elk geval stond deze ‘LOOKING BACK XXVII’ al een tijd in de steigers, maar dan als ‘LB XXVI’. De feiten -de onverwachte ‘heropstanding’ van oude bekende Sophie Zelmani– maakten dat we de kaarten dooreen hebben geschud. Er kwam een stroomversnelling toen we te horen kregen dat iemand sessies in stressbestrijding gaf met behulp van fijne muziekjes. ‘Ken je Sophie Zelmani?’ Ja, natuurlijk kennen we die, en zelfs al heel lang. De Zweedse singer-songwriter gaat tegenwoordig wel door het leven als Sophie Edkvist, maar trok de belangstelling van de muziekfan in 1995 met de single ‘Always You’. In de jaren erna volgden we haar, maar gaandeweg verdween ze uit het brandpunt. Dat gebeurt!

De eerste ‘XXVI’ werd dan maar ‘XXVII’. Door gezondheidsproblemen kreeg de release ervan serieuze vertraging. Zo werd ze de eerste compilatie van 2023 en, belangrijker, werd de samenstelling nog behoorlijk aangepast, ‘gestuurd’ door eerder toevallige (her)ontmoetingen. Dat zal blijken uit deze commentaren. ‘Fix You’ van Coldplay maar door Ben Harper en een gospel koor van Soweto kwam eerst. We leerden deze Afroversie kennen toen men ons vroeg een gelegenheids-cd te maken (niet opstellen: dat was al gebeurd)

Zo’n toevallige hernieuwde ontmoeting is die met Nil Lara, singer-songwriter uit Miami, Florida. Hij bespeelt vaardig de tres (zessnarige Cubaanse gitaar) en de cuatro (viersnarige Venezolaanse gitaar), die zijn Cubaanse roots onderstrepen. Die roots herontdekte hij toen hij omwille van studies aan de University of Miami en na omzwervingen (hij woonde een tijd in Caracas) kennismaakte met de guajiro, de Cubaanse equivalent van countrt en de ‘son’, het Cubaanse antwoord op de blues. De stevige cross-over van die wortels met rock-‘n-roll was wat ons in hem interesseerde, ten tijde van zijn eerste full album ‘Nil Lara’ (1996) In augustus van dat jaar deed hij een tour doorheen Europese en Aziatische landen en toen zagen we hem in de Brusselse Beursschouwburg. Na een fijn optreden stonden we met een groepje gelijkgestemden na te keuvelen, toen Nil van podium sprong en recht naar ondergetekende kwam en zomaar, out of the bleu, een gesprek begon, waar we gretig op ingingen. Nooit geweten wat hem bezielde, maar leuk was het wel.

Sindsdien bleef het relatief stil rond Lara. Te stil… We waren hem beslist niet vergeten, maar de trigger om hier vier songs uit ‘Nil Lara’ op te nemen kwam voort uit een bezoek aan Toogenblik in Haren (Brussel) toen singer-songwriter, gitarist en keyboardspeler Chris Cacavas er een zeer gesmaakt: in de uitverkoopbak vonden we een 4 song EP met precies dié songs die we zouden opnemen in een ‘LOOKING BACK’. Het deed ons meteen ook denken aan de grote bezieler van Toogenblik, Luc Gheldof, die veel te jong verdween. Zo heeft Nil Lara ook een onverwachte emotionele link…

Af en toe moet je vaststellen dat je bepaalde bands over het hoofd hebt gezien… En over het hoofd blijft zien. Het begon te dagen dat we nog nooit de focus hadden gelegd op Big Star, een belangrijke band tussen 1971 en 1975, met een invloed die tot nu speelt, met elke nieuwe generatie, lijkt het. Het kwartet werd gevormd in Memphis met, vooral, Alex Chilton en Chris Bell. Chilton (1950-2010) kenden we als de zanger van (The) Box Tops en zijn stem is voor eeuwig verbonden aan hits als ‘The Letter’, ‘Cry Like A Baby’ en ‘Choo Choo Train’. In 1970 was dat voorbij want de band viel zowat uiteen. Commercieel zou Chilton nooit meer die hoge toppen scheren, maar zijn consequente keuze voor zijn eigen muziek zou hem geen windeieren leggen, want zijn loopbaan als indie muzikant op kleine labels leverde hem een verrassend grote en intense bewondering op in kringen van de alternatieve rock. Hij wordt vaak aangehaald als een onontkoombare invloed op belangrijke rock muzikanten en bands. Een aantal getuigenissen hierover vind je in de documentaire ‘Big Star: Nothing Can Hurt Me’ (2012)

Het schitterende eerste album van Big Star, ‘#1 Record’ werd commercieel mismeesterd door het nochtans gereputeerde label. Het zou nooit meer goed komen. Ook de al even briljante opvolger ‘Radio City’ kreeg te maken met commercieel verkeerde keuzes. Het was zo erg dat het derde album door de split van de band gewoon op het schap belandde en zelfs geen titel kreeg. Pas vier jaar later werd het uitgebracht als ‘Third/Sister Lovers’ en… guess what? Binnen de kortste keren werd het een cult classic. Het had zelfs een beperkt succes in bredere kring. Om de zaken helemaal tragisch te maken, Chris Bell (1951-1978) verongelukte in een auto-ongeval, zodat hij een grotendeels vergeten, lid werd van de ‘Club van 27’, ‘Forever 27’, samen met Jimi Hendrix, Janis Joplin, Robert Johnson, Amy Whinehouse, Brian Jones, Kurt Cobain (zijn dood triggerde het ontstaan van deze lugubere ‘club’) Een volledige lijst vindt u op https://nl.wikipedia.org/wiki/27_club . Voor alle duidelijkheid: er is geen verband bewezen tussen sterfte en leeftijd. De levensstijl speelde wel een rol… en toevalligheden: Pete Ham (Badfinger) pleegde zelfmoord en drummer Pete de Freitas (Echo & The Bunnymen) kwam om  in een motorongeluk.

Enkele jaren voor Big Star beleefde de muziekwereld een ander gelijkaardig drama met Moby Grape, dé cultband bij uitstek. De eerste periode liep van 1966 tot 1969 maar ze kwamen later dikwijls weer bijeen… tot op heden. De groep was bijzonder omdat alle vijf leden vocalisten waren en omdat ze in hun werk een mix brachten van rock, (Amerikaanse) folk, blues, jazz, psychedelic en acid. De band was echter verdoemd van bij de start: Moby Grape raakte verwikkeld in eindeloze processen met de eerste manager Matthew Katz, die het bezit van de naam opeiste. Die disputen zouden tientallen jaren duren, een belasting die een groep best kan missen. En het was niet het enige. Historicus en auteur Jeff Tamarkin schrijft hierover: ‘The Grape’s saga is one of squandered potential, absurdly misguided decisions, bad luck, blunders and excrucciating heartbreak, al set tot he tune of some of the greatest rock and roll ever to emerge form San Francisco. Moby Grape could have had it all, but they ended up with nothing, and less.’ Nou, dat zegt het allemaal! Niet zonder enige ironie dissen we hier ‘It’s A Beautiful Day Today’ op. O ja: we herinneren ons welke moeite we moesten doen om een exemplaar van ‘Moby Grape ‘69’ te pakken te krijgen in de jaren zeventig. Illustratief.

Steve Miller hebben we heel zijn carrière gevolgd, vanaf ‘Children Of The Future’ uit 1968 (al ‘ontdekte’ ik die pas iets later) Toen was die andere held van decennia, Boz Scaggs, nog groepslid. Over de man vind je genoeg online. Toch even vermelden dat hij de eerste was om de grote platenfirma’s het vuur aan de schenen te leggen.  Tevoren waren artiesten de slaafjes in het muziekgebeuren, door contracten en advocaten vastgeketend. Miller stelde zijn eigen eisen en bracht alzo eigenlijk een revolutie teweeg. Het zou niet uit zijn met het misbruik, maar slimme muziekmakers zouden raad weten met ‘het systeem’. ‘Welcome To The Vault’ is een niet meteen essentiële aanvulling op zijn werk, maar voor de liefhebber is het inderdaad een goudmijn, of een… kluis vol parels, met alternatieve versies van zijn bekende en minder bekende songs, drie cd’s vol. We waren tenslotte verplicht om één track te laten vallen, die we hier graag hadden bij gehad, een stomende lekker lange live versie van Robert Johnsons ‘Crossroads’.  Maar ach, we zijn al blij met de opgefriste versies van twee andere klassiekers, ‘Fly Like An Eagle’ en ‘Take The Money And Run’.

Sharleen Spiteri is de zangeres en het middelpunt van de Schotse poprockband Texas, genoemd naar de Wim Wenders prent ‘Paris, Texas’. Hun eerste single ‘I Don’t Want A Lover’ (1989) was meteen een onweerstaanbare wereldhit. Het succes hield aan, ondanks persoonlijke tegenslag onderweg. Het is momenteel stil rond Texas, maar ze bestaan wel degelijk nog. Spiteri bracht een eerste soloplaat uit in 2008.

Chris Thile (zeg ‘Thili’) is een typische musician’s musician, zanger, meester van de mandoline, songschrijver en radiofiguur. Men kent hem het best voor zijn werk in het progressieve akoestische trio Nickel Creek en het akoestische folk en vooruitstrevende bluegrass kwintet Punch Brothers. Beide bands zijn straffe kost, neem dat van ons aan. Punch Brothers stond al vaker op compilaties. Thile heeft ook belangwekkende solo output sinds 1994. ‘Deceiver’ uit 2004 is bijzonder interessant omdat het een… mislukking is. Zegt Thile zelf. Thile bespeelt met zijn bekende virtuositeit alle 39 instrumenten in een afwisseling van uitgesproken pop/rock geïnspireerde songs. De plaat werd genomineerd voor een Grammy for Best Engineered Album, wat erop wijst dat de plaat een hoog technisch niveau haalt. Thile is dus streng voor zijn ‘pop-rockplaat’. Het komt erop neer dat slechts twee of drie songs op tien in die context geslaagd zijn. We weten niet of ‘Empire Falls’ daarbij gerekend is, maar wij genieten mateloos van dit nummer. Dat telt toch ook voor iets?

Californiër Chuck Prophet is ook al een naam die in onze verzamelingen een vaste plaats heeft. Hij was de virtuoze gitarist naast Dan Stuart en Chris Cacavas in de populaire rockformatie Green On Red. Vanaf 1990 begon Chuck een sololoopbaan die tot op heden duurt. We tellen intussen zestien stuks, maar Chuck heeft met velen samengewerkt en songs aangeleverd aan een heel leger artiesten van stand. Prophet was een regelmatige klant op onze podia. Zijn optredens zijn zonder uitzondering een rockfeest. Gezondheidsproblemen hebben daar hopelijk tijdelijk een eind aan gemaakt: uit zijn vele mailings weten we dat hij nog altijd super actief is. We hopen hem snel weer te zien met Stephanie Finch aan zijn zijde, zijn vrouw, die een uitstekende zangeres, gitarist en toetsenist is.

Zijn meest recente ‘The Land That Time Forgot’ is hoe dan ook opnieuw een meesterwerk, van het niveau van eerdere platen als ‘Age Of Miracles’ (2004), ‘Soap And Water’ (2007), ‘Night Surfer’ (2014) en ‘Bobby Fuller Died For Your Sins’ (2017) (als dat geen vier Gouden Tips zijn!!!) Het paste niet op deze compil maar het sluitstuk van de meest recente is een meesterstuk op zich, een toppunt van ironie en gloeiend verwoorde spot,  ‘Get Off The Stage’, gericht aan de vorige man die zich president van Amerika durfde noemen. Er bestaat ook een stop motion filmpje van met plasticine figuren, zeer de moeite van het bekijken waard: https://www.youtube.com/watch?v=gRLPZvyO4ic .

Nog iemand die hier wel vaker aan bod kwam met zijn zes platen sinds ‘Songs Of Praise And Scorn’ (2012) is Christopher Paul Stelling, begenadigd gitarist en zanger-componist. ‘Oh River’ hebben we vaker gebruikt. U hoort wel waarom… Een man die in deze collectie wel een paar keer opduikt (gaat u maar na…) is Chris Cacavas, gitarist, keyboardsspeler, songschrijver, sidekick van een heleboel grote namen maar ook soloartiest van stand… en een bijzonder aimabele man. De jonge Chris verhuisde van Tucson, Arizona, naar LA om Green On Red van Dan Stuart te vervoegen. Na de split begon hij platen onder eigen naam uit te brengen, vanaf 1989. In 2002 verkaste Chris naar Duitsland, waar hij het Blue Rose label vervoegde. Zoals gezegd belette het hem niet om hand- en spandiensten te verlenen aan groten als Steve Wynn en diens Dream Syndicate (met Steve zagen we hem vaak), Giant Sand van Howe Gelb, Calexico, de betreurde Jason Molina, ook bekend als Songs: Ohia. Chris was blij toen we hem lieten weten dat we een nummer hadden uitgepikt uit ‘ Bumbling Home From The Star‘, dat hij één van zijn betere soloplaten vindt. We zijn niet verder ingegaan op het voor ons uitgesproken emogehalte van deze ‘LOOKING BACK XXVII’. We wilden wel preciseren, maar niemand, behalve de betrokken personen, heeft er een boodschap aan. Maar de feiten haalden ons in. Net toen we de cd wilden afwerken, vernamen we het overlijden van Jeff Beck (°1944), in onze visie en in die van gitaristen over de hele planeet decennialang de absolute top in het gitaarspelen, niet enkel in rock maar ook in aanverwante genres en stijlen, vooral jazz. Zijn techniek was fabelachtig, ongeëvenaard, maar op zowat alle vlakken van de stiel was Beck een rolmodel. Zijn muzikale integriteit staat buiten kijf. Hij was ook bijzonder graag gezien als sideman, die met zijn kunnen veel bijdroeg maar zover we weten nooit zijn wil opdrong of in het centrum wilde staan. Men dreigt daarbij te vergeten dat hij een ook meer dan gewoon songschrijver was. Hij is voor altijd verbonden aan The Yardbirds (zijn eerste band die hij tot zeer grote hoogte bracht met wat in de sixties pionierswerk was), The Jeff Beck Group en Beck, Bogert & Appice. Zijn loopbaan samenvatten is gezien de lengte ervan en zijn niet aflatende productiviteit onbegonnen werk. Wiki helpt u voort. Laten we deze cd’s voor de geest brengen: ‘Truth’ (1968, een eerste hoogtepunt!), ‘Blow By Blow’ (1975), ‘Wired’ (1976) en ‘Who Else!’ (1999) Het spreekt vanzelf dat er heel wat live opnames zijn, vermits het podium zijn tweede (eerste?) natuur was. Illustratief zijn de acht nominaties en acht overwinningen in de Grammy Awards. Zij bewijzen dat de vakspecialisten maar al te goed wisten welke klassenbak Jeff Beck was. We zetten hier twee representatieve songs op: het aloude ‘Beck’s Bolero’ (zijn eerste solo instrumentaal uit 1966) en het pakkende ‘Angels (Footsteps)’, dat een fraaie hommage vormt aan een hele grote Meneer en een gepast coda van ‘LOOKING BACK XXVII’. (AL; beëindigd 16 01 23)

Advertentie
Dit bericht werd geplaatst in Geen categorie. Bookmark de permalink .

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s